Dernier maquis

********** Français **********

Entre comédie sociale et tragédie prolétarienne, "Dernier Maquis" décrit le sort réservé à ceux qui, après avoir franchi les mers et les déserts, s'abîment pour un salaire de misère. Nous sommes dans une zone industrielle à l'agonie, où Mao, patron musulman prosélyte converti au libéralisme le plus vil, possède une entreprise de réparation de palettes et un garage de poids lourds. Cette prison à ciel ouvert va servir de décor à un huis-clos entre les ouvriers et leur patron. Une sorte de théâtre antique où s'active chaque jour une main d'oeuvre sous-payée, divisée entre Maghrébins et Africains. En bon patron paternaliste, Mao décide d'offrir à ses ouvriers une minuscule mosquée au sein de l'entreprise, dont il désigne lui-même l'imam, alors que la tradition veut que celui-ci soit choisi par les fidèles. Les problèmes commencent... Comme si on avait touché à son dernier rempart, son dernier maquis, le personnel maghrébin proteste contre cette nomination. Les ouvriers d'Afrique noire, plus précarisés encore, refusent d'entrer dans la fronde. Au milieu de la mêlée, Mao tire les ficelles. Mais la revendication sociale va exploser un peu plus tard, lors des premiers licenciements...

********** Nederlands **********

Ergens tussen sociale komedie en arbeiderstragedie in beschrijft "Dernier Maquis" het lot van zij die, na het oversteken van zeeën en woestijnen, moeten zwoegen voor een hongerloon. Het decor is een wegkwijnende industriezone. Daar bezit Mao, een ex-moslimbaas die zich bekeerde tot het meest verachtelijke liberalisme, een palletreparatiebedrijf en een vrachtwagengarage. In deze openluchtgevangenis werkt zijn onderbetaalde personeel, bestaande uit Noord-Afrikanen en Afrikanen, dag in dag uit. Als goede paternalistische chef besluit Mao binnen het bedrijf een moskeetje op te richten voor zijn arbeiders. Hijzelf benoemt de imam, hoewel de traditie voorschrijft dat die door de gelovigen gekozen moet worden. Hier beginnen de problemen... Het Noord-Afrikaanse personeel heeft het gevoel dat hun laatste bastion bedreigd wordt en komt in opstand tegen de benoeming. De zwarte Afrikaanse werknemers, die nog kwetsbaarder zijn, houden zich erbuiten. Initieel houdt Mao de touwtjes in handen, maar wanneer de eerste ontslagen vallen, exploderen de sociale eisen...