Bovary

We know this woman, we know her story: to fill the void of her existence, Emma Bovary seeks attention and lovers. A first, all-consuming but illusory love affair is the start of a chronicle marked by repressed desires, fleeting moments of feverish happiness and lies meant to cover up reality – until they no longer can.

With Madame Bovary, Gustave Flaubert revolutionized literature in 1856. The story of the adulterous doctor’s wife taking her own life sent such a shock wave through France that it resulted in a court case. To this day, Emma Bovary continues to fascinate and we sympathize with her inevitable downfall. Perhaps there lurks in each of us the feeling ‘Madame Bovary, c’est moi.’  

Driven by their shared love of this nineteenth-century cult novel, Harold Noben and Michael De Cock will now work together for the first time on a contemporary opera version: Bovary. The director of the KVS wrote the libretto as a dramatic quasi-monologue, following up for the opera his theatre adaptation with co-director Carme Portaceli. Harold Noben, one of Belgium’s leading up-and-coming composers, already displayed his literary sensitivity at La Monnaie in À l'extrême bord du monde (2020), an opera about the last days of Stefan Zweig. Again, he delivers a richly varied and accessible score that, following Flaubert, is about nothing yet contains everything.

********** Français **********

Nous connaissons cette femme et son histoire : pour surmonter la vacuité de son existence, Emma Bovary se met en quête d’attention et d’amants. Une première liaison passionnée, bien qu’illusoire, marque le début d’une chronique ponctuée de désirs réprimés, de brefs instants de bonheur fébrile et de mensonges destinés à dissimuler la vérité… jusqu’à ce qu’elle éclate au grand jour. 

Avec la parution de Madame Bovary en 1856, Flaubert amorça une véritable révolution littéraire. Ce récit, mettant en scène la femme adultère d’un médecin qui finit par s’ôter la vie, souleva une telle onde de choc en France qu’il valut même un procès à son auteur. Aujourd’hui encore, Emma Bovary fascine, et sa chute annoncée suscite l’empathie. Peut-être qu’en chacun et chacune de nous résonne parfois un « Madame Bovary, c’est moi » ? 

Portés par leur engouement partagé pour ce roman culte du XIXe siècle, Harold Noben et Michael De Cock entament leur première collaboration en travaillant à une interprétation contemporaine : Bovary. Le directeur du KVS livre ici un quasi-monologue dramatique, prolongement lyrique de l’adaptation pour le théâtre qu’il avait déjà signée en collaboration avec Carme Portaceli. Harold Noben, l’un des grands talents émergents de la composition en Belgique, avait déjà démontré sa sensibilité littéraire à la Monnaie avec À l’extrême bord du monde (2020), un opéra relatant les derniers jours de Stefan Zweig. Cette fois encore, il propose une partition éclectique et accessible qui, en écho à Flaubert, parle en apparence de rien, mais renferme en réalité tout.

********** Nederlands **********

We kennen deze vrouw, we kennen haar verhaal: in een poging om de leegte van het bestaan te bedwingen, gaat Emma Bovary op zoek naar aandacht en minnaars. Een eerste, allesverterende maar illusoire liefdesaffaire is het begin van een kroniek gekenmerkt door onderdrukte verlangens, vluchtige momenten van koortsig geluk en leugens die de realiteit moeten toedekken – tot ze dat niet meer kunnen.  

Met Madame Bovary bracht Gustave Flaubert in 1856 een revolutie teweeg in de literatuur. Het verhaal van de overspelige doktersvrouw die zich van het leven berooft, joeg zo’n schokgolf door Frankrijk dat het tot een rechtszaak kwam. Tot vandaag blijft Emma fascineren en leven we mee met haar onafwendbare ondergang. Misschien overvalt elk van ons wel eens het gevoel “Madame Bovary, c’est moi”?  

Gedreven door hun gezamenlijke liefde voor deze negentiende-eeuwse cultroman werken Harold Noben en Michael De Cock nu voor het eerst samen aan een hedendaagse operaversie: Bovary. De KVS-directeur schrijft het libretto als een dramatische quasi-monoloog en geeft daarmee een lyrisch vervolg aan zijn theaterbewerking met co-regisseur Carme Portaceli. Harold Noben, een van ‘s lands grootste opkomende componisten, etaleerde zijn literaire feeling al eerder in de Munt met À l’extrême bord du monde (2020), een opera over de laatste dagen van Stefan Zweig. Ook nu levert hij een rijkgeschakeerde en toegankelijke partituur af die – Flaubert achterna – over niets gaat en toch alles bevat.