Erfenissen van de Nederlandse slavernij – Negen Verhalen

Het Nederlandse slavernijverleden bestaat uit talloze, zeer persoonlijke verhalen, die zijn verspreid over de hele wereld. Archieven en historische documenten spelen een belangrijke rol in de zoektocht naar deze familiegeschiedenissen. Maar het zoeken naar die documenten over het slavernijverleden kan heel ingewikkeld zijn. En informatie over voorouders is niet altijd terug te vinden. Een aantal deelnemers aan deze expositie heeft in samenwerking met het Nationaal Archief onderzoek gedaan naar de geschiedenis van hun eigen familie, land of volk en stukjes van de puzzel gelegd. De verhalen van nakomelingen laten zien hoe tot slaaf gemaakte mensen zich moesten schikken in hun lot, er tegen in opstand kwamen of hoe middels slavernij rijkdom werd verworven. Deze negen verhalen in Erfenissen van de Nederlandse slavernij. Negen Verhalen brengen ons in West- en Zuid-Afrika, Indonesië, de Molukken, Aruba, Suriname, Amsterdam, Sint-Eustatius en Virginia.

Enkele verhalen zijn:
-Iedereen heeft wel eens Zuid-Afrikaanse wijn gedronken, maar hoe is de druiventeelt daar begonnen? In dit verhaal tonen we hoe Jan van Riebeeck in de zestiende eeuw al wijngaarden aanlegde, hoe andere planters hem volgden, wie de tot slaaf gemaakte arbeiders op deze ‘druivenplantages’ waren en hoe zij werden behandeld.

-Belanda Hitam (zwarte Hollanders): Vanaf 1830 wierf Nederland in West- Afrika zwarte mannen als soldaten voor het leger in Nederlands Indië. Officieel namen deze mannen vrijwillig dienst. In werkelijkheid waren zij tot slaaf gemaakt en moesten zij, tijdens hun diensttijd, het geld verdienen voor hun eigen manumissie. Hank van Bosstraten weet dat hij afstamt van één van deze soldaten.

-Familiegeschiedenis verweven met slavernijgeschiedenis: Vanaf de achttiende eeuw is de familie Insinger sterk verbonden met de slavernij in Suriname. De firma Insinger & Co financiert vanuit Amsterdam plantages en beheert nalatenschappen van plantage-eigenaren. Maar daarnaast hebben leden van de familie zelf ook Surinaamse plantages in bezit.