Leven en werk van Hans Kresse

Hans Kresse wordt beschouwd als de beste realistische striptekenaar van Nederland en ook als een van de allerbesten van Europa. In de jaren vijftig was zijn strip Eric de Noorman ongekend populair bij de jeugd.

Zijn carrière begon in 1943 als medewerker van de Marten Toonder Studio’s in Amsterdam. Na diverse opdrachten ging in juli 1946 zijn tekststrip Eric de Noorman van start in de krant Het Laatste Nieuws. Dit Middeleeuwse heldenepos verscheen in de jaren vijftig en begin jaren zestig in vele Nederlandse en buitenlandse kranten en tijdschriften.

Naast Eric de Noorman publiceerde Hans Kresse andere strips als Matho Tonga, Xander en Kommer, en tekende en schilderde hij talloze boekomslagen en illustraties. Door al dit werk moest hij in 1964 Eric de Noorman stopzetten. Na een paar jaar hervatte hij deze strip; niet meer als strip met ondertekst maar in een balloonversie, onder de titel Erwin, de zoon van Eric, voor het weekblad Pep. Voor dit tijdschrift en voor diens opvolger Eppo tekende hij ook andere strips, zoals Vidocq en Alain d’Arcy.

Vanaf 1972 hield Hans Kresse zich bezig met de Indianenreeks, waarin hij het lot van de Noord-Amerikaanse Indianen wilde vastleggen. In de jaren tachtig bewerkte hij enkele verhalen van Eric de Noorman in een poging de strip nieuw leven in te blazen. Dit liep echter op niets uit. Kresse begon daarna nog aan een nieuwe strip over de Mongoolse heerser Dzjengis Khan, maar door zijn overlijden kon hij dit verhaal niet voltooien.

Kresse heeft de laatste 8 jaar van zijn leven in Doorwerth gewoond en gewerkt.

Beeld: Hans Kresse, Museum Veluwezoom