Op 30 november opent het Zeeuws Museum een nieuwe modetentoonstelling: DARN. Je kent dit Engelse woord misschien als verwensing maar het betekent ook ‘gestopt gat in kleding’. Want, verdorie, wat doe je met een gat in je lievelingsbroek of -trui: je repareert het! Vertrekkend vanuit de verzameling merklappen en eindeloos verstelde hemden uit de textielcollectie van het museum, laat deze tentoonstelling de schoonheid van het betere herstelwerk zien én de emoties die ermee samengaan. Een paar eeuwen lang zijn de lessen borduur- en stopwerk de belangrijkste in het meisjesonderwijs. De steken moeten tot in de perfectie worden uitgevoerd, iedere keer opnieuw. Als je naar de oefenlappen kijkt, krijg je bewondering voor de jonge maaksters en realiseer je je hoeveel bloed, zweet en tranen erin zitten. De kunst van het herstellen raakt in de vergetelheid door welvaart en de komst van fast fashion. Er zijn hele generaties die nog geen knoop kunnen aannaaien. Inmiddels is zelf kleding maken en repareren weer helemaal hot. Opvallend veel hedendaagse modeontwerpers en kunstenaars halen inspiratie uit ‘ouderwets’ brei-, haak- en stopwerk en passen het toe in hun creaties. Dat op deze manier met je handen bezig zijn ook van therapeutische waarde is, zie je aan objecten gemaakt door mensen in geestesnood. Binnen de muren van een psychiatrische instelling vinden ze in het handwerken troost, therapie en een vorm van protest.
Beeld: DARN, Zeeuws Museum