Het Maliebaanstation in Utrecht bestaat dit jaar precies 150 jaar. Dit jubileum
wordt door het Spoorwegmuseum gevierd met een boeiende tentoonstelling. In
diverse ruimtes van het station wordt teruggeblikt op de bouw, de verschillende
functies die het station door de jaren heen had en de mensen die er werkten.
Op 10 juni 1874 opende de Hollandsche IJzeren Spoorwegmaatschappij een zijtak
van de Oosterspoorlijn die liep van Hilversum naar Utrecht. Aan de Maliebaan
verrees een monumentaal station als opstapplaats voor de Utrechtse reizigers.
Aanvankelijk floreerde het station – je kon er opstappen op de trein naar
Parijs- maar gaandeweg verloor het station zijn belangrijke functie en werd het
stil. Dichter F. Bordewijk omschreef in 1935 de sfeer in het station treffend
als “een lijk boven aarde, dat vaak nog beklemmend onzen droom zal beheerschen”.
In 1939 viel het doek en sloot het station voor reizigersvervoer. Het
grotendeels verlaten Maliebaanstation wordt nog als rangeer- en goederenstation
gebruikt, ook vindt het Bureau van Gevonden Goederen een onderkomen in het
station. In de Tweede Wereldoorlog namen de Duitsers bezit van het
Maliebaanstation met als zwarte bladzijde de deportatietransporten van Utrechtse
Joden. Na de oorlog werd besloten dat het Maliebaanstation de “blijvende
behuizing” zou worden van het Spoorwegmuseum. Op 28 november 1953 was het zover,
voor een kwartje entree konden bezoekers een gedeelte van het nieuwe museum
bezoeken. Pas in november 1954 was het gehele museum klaar en vond de officiële
opening plaats. In 2005 werd het station weer in authentieke staat teruggebracht
en sindsdien fungeert het als monumentaal entreegebouw van het vernieuwde
Spoorwegmuseum.
Antônio Obá – Path
Description
Dit voorjaar presenteert Oude Kerk, Path, de eerste Nederlandse solotentoonstelling van de Braziliaanse kunstenaar Antônio Obá. Op basis van zijn artistieke onderzoek ontwikkelt Obá momenteel een site-specifieke installatie voor Amsterdams oudste gebouw, die zal bestaan uit diverse media, waaronder beeldhouwwerk, schilderkunst en performance.
achtergrondDe werken die kunstenaars in de Oude Kerk presenteren, verkennen de akoestiek van het gebouw, spelen met de perceptie van de ruimte en belichten verhalen uit de eeuwenoude geschiedenis van de plek op nieuwe manieren. De installatie van Antônio Obá raakt aan de geschiedenis van Nederlands-Brazilië. In het debat over het koloniale verleden is er minder aandacht voor de WIC-kolonie Nieuw Holland, die in 1630 in het Noordoosten van Brazilië werd gevestigd, dan voor de VOC en Nederlands-Indië. Toch markeerde de vestiging van deze kolonie in Brazilië het begin van de ‘Nederlandse’ deelname aan de zogeheten Trans-Atlantische slavenhandel en grootscheepse (onvrijwillige) migratiestromen. Afrikanen en Afro-Brazilianen die werkten als soldaat of zeeman in dienst van zowel de WIC als particuliere schippers en vrije en tot slaafgemaakte mensen uit de ‘Portugese Atlantic’ (Brazilië, Angola, São Tomé etc.) die aan de basis stonden van de zwarte gemeenschappen in Amsterdam en Nieuw Amsterdam (het huidige New York) in de zeventiende eeuw. Hoe deze geschiedenis doorwerkt en de verrijking door koloniale handel en uitbuiting die onlosmakelijk verbonden is met de geschiedenis van Amsterdam en met die van de Oude Kerk zal in Obá’s installatie invoelbaar en zichtbaar worden.
Beeld: Portret Antônio Obá, Foto: Diego Bresani
Info & Réservation
Lieu
Organisateur
Vous organisez cet événement ?
Contactez-nous si vous souhaitez mettre à jour les informations et autres.
Nous contacter