Museum de Casteelse Poort

Lieu

Événements à venir

Il n'y pas d'événements à venir

Événements passés

Dat vrede een zeer kwetsbaar iets is blijkt nu maar weer door de oorlog van Rusland tegen Oekraïne . Het gevaar voor een oorlog blijft altijd aanwezig. 75 + 2 jaar geleden werden wij bevrijd na de tweede wereldoorlog. Een oorlog die vele levens heeft gekost. Nooit meer …… riep iedereen en koesterde die vrede. Een bevrijding vooral ook in Wageningen uitbundig gevierd en onze bevrijders geëerd , zelf al jaren achtereen. Vrede gepaard met verwachtingen en nieuwe mogelijkheden. Onze bevrijding een iconisch moment.
Dankzij bijdragen van diverse fondsen kan het museum haar permanente expositie over Wageningen tijdens WOII gedeeltelijk nieuw inrichten. De expositie is aangepast aan moderne museumvereisten en is daarmee ook aantrekkelijk voor jongere bezoekers. In april 2021 wordt de vernieuwde zaal geopend in het kader van de herdenking van 75 (+1) jaar bevrijding in Nederland.Voor het museum vormde het ijkpunt 2020 een aansporing om de vaste opstelling over WOII en Wageningen te herzien. Juist in Wageningen waar op 5 mei 1945 de capitulatie-acte werd ondertekend en dat sindsdien bekend staat als ‘Stad der Bevrijding’ is het cruciaal om het verhaal van oorlog en vrede aansprekend weer te geven.De inrichting van zaal 40-45 vertelt de historie van de oorlogsjaren in Wageningen: twee evacuaties, waarvan één gepland doordat bekend was dat Wageningen bij het uitbreken van de oorlog in het schootsveld zou liggen tussen het Duitse en het Nederlandse leger. Na de luchtlandingen van 17 september 1944, toen Engelse en Poolse troepen de Betuwe bezetten, was Wageningen opnieuw frontstad geworden en de bewoners moesten voor de tweede keer evacueren. De onderhandelingen tussen de Duitsers en de geallieerden vonden dan ook plaats in een uitgestorven stad.De wederopbouw van het in puin geschoten centrum van Wageningen vond niet ná de oorlog plaats, maar al in het eerste oorlogsjaar met medewerking van de bezetters. Vanuit Wageningen vonden de voedseltransporten plaats naar de hongerende randstad.De vernieuwde expositie is onder meer aangevuld met twee introductiefilms, verdiepende informatie in een touchscreen, een interactieve plattegrond van Wageningen, een ladekast die het mogelijk maakt interessant maar kwetsbaar materiaal te exposeren en het verbeteren en aanvullen van de opstelling met veel nieuwe voorwerpen. Voor de jeugd is er een interactief spel waardoor ze spelenderwijs kennis verwerven over de geschiedenis van WOII in Wageningen.Bovendien is de expositie – doordat de teksten in het Engels en Duits zijn vertaald – ook begrijpelijk en aantrekkelijk gemaakt voor een internationaal publiek.
Tibo van de Zand (1985) is een Nederlandse kunstschilder. Als zoon van de bekende kunstenaar Jits Bakker werd hij al jong geïntroduceerd in de wereld van de beeldende kunst. In de voetsporen van zijn vader en onder zijn hoede, begon hij rond zijn zesde levensjaar en plein air te schilderen. Hij genoot zijn artistieke opleiding aan de Kunstacademie in Utrecht, waar hij in 2009 cum laude afstudeerde. Vader en zoon hielden samen ateliers in het zonnige Andalusië en de woeste Belgische Ardennen. De glooiende, kleurrijke Zuid-Spaanse landschappen vormen nog steeds een grote inspiratiebron. De kunstschilder heeft een atelier in de buurt van Málaga, maar is veel vaker buiten te vinden in de Mediterrane natuur. Tussen de olijfbomen onder de Spaanse zon of langs de Nederlandse grachten zet Van de Zand de waarneembare werkelijkheid naar zijn eigen hand. Dit doet hij met enthousiast kleurgebruik en dynamische streken. Met zijn fauvistische stijl werkt hij in het verlengde van de grote expressionisten uit de vroege twintigste eeuw. Daar tegenover staan karakteristieke zwart-wit werken, waarbij Tibo de kunst van het weglaten toepast. Van jongs af aan maakt Van de Zand studiereizen om zich te laten inspireren door de grote meesters van de moderne schilderkunst, waaronder Albert Marquet, Henri Matisse en Kees van Dongen. Maar ook het werk van Vincent van Gogh, Jan Sluiters en Raoul Dufy spreken hem aan.
De museumcollectie met werken van de Wageningse beeldhouwer August Falise breidt gestaag uit. Het vergroten van deze collectie is één van de speerpunten van het collectiebeleid. Want August Falise – geboren en getogen in Wageningen – is een kunstenaar met internationale faam. Recent schonk mevrouw Murjani Kusumobroto een uniek terracotta beeld, dat na restauratie nu is toegevoegd aan de collectie. Het museum heeft daarnaast een groot beeld van de hand van Falise kunnen aankopen én verwacht op korte termijn een ander beeld in bruikleen. Redenen genoeg om dit najaar deze uitbreiding te vieren met een kleine expositie van werk van August Falise, met een hoofdrol voor de nieuwe aanwinsten. Ook verwachten we enkele bruiklenen te kunnen tonen uit het bezit van Wageningen Universiteit en Falise-verzamelaar Dick Pepplinkhuizen.
De expositie Harmen Meurs, een eigenzinnig kunstenaar, is het nieuwste vervolg in onze reeks overzichtstentoonstellingen over kunstenaars die in Wageningen zijn geboren en opgegroeid, en/of (een deel van) het werkzame leven in Wageningen hebben doorgebracht. Harmen Meurs, geboren in Wageningen in 1891, volgde het eerste deel van zijn kunstopleiding bij de beeldhouwer August Falise en Louis Raemaekers. Als jongeman werkte hij als botanisch tekenaar bij de landbouwhogeschool (nu WUR) en exposeerde bij de bekende Renkumse kunstenaarskring Pictura Veluvensis. Na een opleiding in Amsterdam bleef hij daar wonen. Later verhuisde hij naar Speuld (Ermelo) en was eind jaren 1940 actief in de Werkgemeenschap Arnhemse Kunstenaars. Naast de vele exposities tijdens zijn leven is er na zijn dood in 1964 nog twee keer aandacht aan zijn werk besteed, o.a. in 1999 als onderdeel van de tentoonstelling ‘Magie en zakelijkheid’ in het MMK te Arnhem. De tentoonstelling in museum De Casteelse Poort geeft een overzicht van zijn volledige werkperiode. De nadruk ligt op zijn leerjaren en eerste werk, zijn Wageningse periode. Aan bod komen de presentaties in het Stedelijk Museum in Amsterdam als lid van Sint Lucas en als lid, voorzitter en organisator van ‘De Onafhankelijken’ (1913-1937). Ook is er aandacht voor zijn antifascistische activiteiten, zoals de expositie ‘Kultuur 1934’ en ‘De Olympiade onder dictatuur’ (D.O.O.D.) in 1936 en zijn tekeningen voor het weekblad ‘De Notenkraker’ van de SDAP. Harmen Meurs heeft meerdere technieken gebruikt, zoals olieverf, aquarel en houtsnede. Zijn uitgebreide oeuvre is in vier museumruimtes tentoongesteld. De focus op zijn vroege en zijn late productie zal nieuw licht werpen op het leven en werk van deze veelzijdige, eigenzinnige en onafhankelijke Wageningse kunstenaar.
Aan het werk!
01oktober 2021
-
31oktober 2021
De Wageningse industrie in de vorige eeuw werd gedomineerd door de grafische, baksteen- en sigarenindustrie. Onze Maand van de Geschiedenis-expo 2021 gaat dieper in op de sociale strijd bij de productie van deze Wageningse goederen, maar ook op de arbeidsonrust bij de Wageningse kennisinstituten. In ons Koetshuis achtereenvolgens aandacht voor stakingen en arbeidsconflicten in de steenindustrie (tot 1915), de sigarenindustrie (1915-1945), de grafische industrie (1945-1980) en de kennisindustrie (vanaf 1980). Dit alles met het credo ‘Bergopwaarts en niet vergeten!’
Dankzij bijdragen van diverse fondsen kan het museum haar permanente expositie over Wageningen tijdens WOII gedeeltelijk nieuw inrichten. De expositie is aangepast aan moderne museumvereisten en is daarmee ook aantrekkelijk voor jongere bezoekers. In april 2021 wordt de vernieuwde zaal geopend in het kader van de herdenking van 75 (+1) jaar bevrijding in Nederland. Voor het museum vormde het ijkpunt 2020 een aansporing om de vaste opstelling over WOII en Wageningen te herzien. Juist in Wageningen waar op 5 mei 1945 de capitulatie-acte werd ondertekend en dat sindsdien bekend staat als ‘Stad der Bevrijding’ is het cruciaal om het verhaal van oorlog en vrede aansprekend weer te geven. De inrichting van zaal 40-45 vertelt de historie van de oorlogsjaren in Wageningen: twee evacuaties, waarvan één gepland doordat bekend was dat Wageningen bij het uitbreken van de oorlog in het schootsveld zou liggen tussen het Duitse en het Nederlandse leger. Na de luchtlandingen van 17 september 1944, toen Engelse en Poolse troepen de Betuwe bezetten, was Wageningen opnieuw frontstad geworden en de bewoners moesten voor de tweede keer evacueren. De onderhandelingen tussen de Duitsers en de geallieerden vonden dan ook plaats in een uitgestorven stad. De wederopbouw van het in puin geschoten centrum van Wageningen vond niet ná de oorlog plaats, maar al in het eerste oorlogsjaar met medewerking van de bezetters. Vanuit Wageningen vonden de voedseltransporten plaats naar de hongerende randstad. De vernieuwde expositie is onder meer aangevuld met twee introductiefilms, verdiepende informatie in een touchscreen, een interactieve plattegrond van Wageningen, een ladekast die het mogelijk maakt interessant maar kwetsbaar materiaal te exposeren en het verbeteren en aanvullen van de opstelling met veel nieuwe voorwerpen. Voor de jeugd is er een interactief spel waardoor ze spelenderwijs kennis verwerven over de geschiedenis van WOII in Wageningen. Bovendien is de expositie – doordat de teksten in het Engels en Duits zijn vertaald – ook begrijpelijk en aantrekkelijk gemaakt voor een internationaal publiek.